Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte

 

Artikel 34
1
De huurcommissie houdt zitting en beraadslaagt met de voorzitter, alsmede met twee leden, waarvan een lid afkomstig is uit de kring van huurders en een lid afkomstig is uit de kring van verhuurders. De voorzitter heeft de leiding van de zitting.
2
De voorzitter en de aan de zitting deelnemende leden van de huurcommissie maken zich voor de aanvang van de behandeling van het verzoek bekend en ondervragen vervolgens partijen of hun gemachtigden alsmede door partijen voor de aanvang van de zitting aan de voorzitter opgegeven getuigen en deskundigen.
3
Partijen worden daarbij in de gelegenheid gesteld door tussenkomst van de voorzitter ter zake dienende vragen tot elkaar te richten.
4
Voordat de behandeling ter zitting wordt gesloten, heeft ieder van de partijen het recht het woord te voeren.
5
Zodra de behandeling ter zitting gesloten is, deelt de voorzitter mede wanneer uitspraak zal worden gedaan.
6
Indien een nader onderzoek noodzakelijk blijkt of indien een onderzoek alsnog wenselijk wordt geacht, kan de commissie tot het instellen daarvan besluiten, zulks onder gelijktijdige bepaling wie daarmee is belast. In dat geval zijn de verdere bepalingen over het voorbereidend onderzoek van overeenkomstige toepassing.
7
De huurcommissie beraadslaagt buiten aanwezigheid van partijen of derden, beslist daarbij bij meerderheid van stemmen en baseert haar uitspraken uitsluitend op hetgeen ter zitting is besproken en op de stukken die overeenkomstig artikel 28, zesde lid, ter inzage zijn gelegd.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •